De noodzaak voor een juiste volgorde van middelen

Door G. Vithoulkas[1][2]
Gepubliceerd in Homeopathy (2002, 91, 40-42)

In een chronische ziekte zijn vaak meerdere middelen nodig om een genezing te kunnen bereiken. Deze moeten in een juiste volgorde gegeven worden om een optimaal effect te bereiken. Het tweede of het derde geïndiceerde middel eerst geven zou kunnen resulteren in een tijdelijke verbetering maar zet niet het proces richting genezing in gang. De volgende casus is een voorbeeld van deze regel. Homeopathy (2002) 91, 40-42.

Eerste consult

In april 1989 werd een 18 maanden oud jongetje gebracht die leed aan een ernstig eczeem en malabsorptie die volgens de kinderarts werd veroorzaakt door coeliakie. Het kind was op een glutenvrij dieet.

Ziektegeschiedenis

Tijdens de zwangerschap had zijn moeder veel fysieke en psychologische klachten. De navelstreng zat om de hals van het kind gewikkeld bij de geboorte. Hij groeide opvallend traag. Hij was snel verkouden. Het kind werd DTP en later BCG gevaccineerd en vervolgens ontwikkelde hij eczeem. In de familiaire ziektegeschiedenis komt tuberculose voor.

Symptomen

Malabsorptie. Het kind verdraagt geen gluten, in welke vorm dan ook. Hij spuugt brood uit en heeft altijd onverteerde ontlasting. Het kind stond op een glutenvrij dieet maar af en toe gaven de ouders hem wat brood om te zien of de reactie op gluten nog aanwezig was. Het kind spuugde het brood altijd uit. Het hier onmiskenbare symptoom is aversie voor brood. Maar aardappels of welk voedsel ook met gluten zorgden voor onverteerde ontlasting en diarree.

Dermatitis

Uitslag over het hele lijf behalve in het luiergebied. De uitslag jeukt erg en hij krabt zichzelf tot bloedens toe. Jeuk < uitkleden (3+), < warm worden in bed (2+). De afscheiding van de uitslag is plakkerig en honingachtig.

Generaliteiten

Hij klampt zich erg vast aan zijn moeder, voelt zich altijd miserabel, niets kan hem bekoren en hij huilt veel. Hij houdt van bananen en aardappels (2+) en heeft een aversie voor brood en appels. Hij voelt zich beter aan de kust, met verbetering van de huid. Zijn handen en voeten zijn altijd koud. Hij slaapt op de buik. Mistige, vochtige en koude lucht verergeren zijn toestand. Hij knarsetandt (3+).

Eerder gegeven homeopathische middelen

Natrium muriaticum 1 M. Hierna sliep hij beter, was zijn humeur verbeterd en hij leek gelukkig voor een tijdje maar daarna was er geen verdere verbetering. Pulsatilla 1 M verbeterde slechts een week. Dulcamara LM6 en LM30, in herhaalde doses, deed alleen een paar dagen iets. Tussen Pulsatilla en Dulcamara kreeg hij één dosis van Calcarea carbonica in een lage potentie en zonder resultaat.

Analyse en voorschrift

Graphites was een mogelijkheid, vanwege de honingachtige uitscheiding van de huid. Maar voor de huidproblemen van Graphites zijn de belangrijkste plaatsen in de plooien van gewrichten en achter de oren. Vooral kinderen vertonen kloven achter hun oren. Medorrhinum zou overwogen kunnen worden vanwege de > aan zee en omdat het kind op de buik slaapt. Maar voor Medorrhinum geldt dat de uitslag precies daar zou zitten waar hij het niet had: het luiergebied. Tuberculinum werd voorgeschreven, gebaseerd op de volgende symptomen: knarsetanden; familiegeschiedenis van tuberculose; klachten sinds de vaccinatie tegen tuberculose; een moeilijk en ontevreden kind; behoefte aan aardappels en bananen.Omdat de BCG de laatste vaccinatie was en blijkbaar de oorzaak was voor het eczeem en de spijsverteringsklachten, had Tuberculinum zeer waarschijnlijk als eerste middel gegeven moeten worden.

Figuur 1 Voor de repertorisatie is destijds gebruik gemaakt van RADAR software. (A) Symptomen die gebruikt zijn voor de repertorisatie. Deze repertorisatie en het Vithoulkas Expert System (B) gaven Tuberculinum aan als het best passende middel. Pulsatilla kwam op de tweede plaats wat kan betekenen dat dit het opvolgende middel zou kunnen zijn. Een ‘platte’ repertorisatie (zonder het meewegen van intensiteit) wijst naar Pulsatilla (C).

Prognose

Alle homeopathische middelen die eerder werden gegeven, hadden geen effect of gaven alleen tijdelijke, gedeeltelijke en directe verbetering. In zulke zware pathologie zou het juiste middel een begin verergering moeten geven. Het probleem bij zulke casuïstiek is dat, vooral bij kinderen, er een heftige beginverergering na het juiste middel kan zijn. Daarom werd een enkele dosis Tuberculinum bovinum 30c voorgeschreven, in afwachting van een verergering.

Het zou niet realistisch zijn er van uit te gaan dat deze casus met een enkel middel opgelost zou kunnen worden.

Ik verwachtte een ander middelbeeld te zien verschijnen.

Eerste vervolgconsult – 19 juli 1989

(15 weken na het eerste consult)

Na de Tuberculinum ontstond een flinke verergering van de huid wat duurde tot nu. Het was duidelijk dat de huiduitslag enorm verergerd was; het kind krabde zich gedurende het hele consult.Ondanks dat was zijn gedrag, de slaap, zijn neiging om kou te vatten en het knarsetanden verbeterd. Hij had nog steeds een aversie voor brood. Het kind krabt nog steeds tot bloedens toe, hij is dorstloos en heeft een behoefte aan koud eten. Herhaalde allergietesten gaven aan dat het kind allergisch was voor granen.

Zulke casuïstiek heeft ‘lagen’ en het doel is de bovenste laag waar te nemen. Als deze laag verwijderd is zal de volgende naar de oppervlakte komen en laat het volgende middel duidelijker zien.

Het symptoombeeld wees nu duidelijk naar Pulsatilla (zie Figuur 1). Pulsatilla was al gegeven vóór de Tuberculinum met alleen een tijdelijk effect. Zouden we er nu op kunnen vertrouwen dat Pulsatilla zou gaan werken? Een enkele dosis Pulsatilla 30c werd voorgeschreven.

Twee dagen later belde de behandelende arts de moeder om te vragen naar de jeuk, die het kind zo gehinderd had gedurende het vervolgconsult. De moeder zei dat de jeuk bijna geheel verdwenen was na Pulsatilla.

Tweede vervolgconsult – 26 maart 1990

(1 jaar na het eerste consult)

De huiduitslag verdween snel na de Pulsatilla. De jeuk was totaal verdwenen en het kind kon nu brood eten.

Discussie

In ernstige chronische condities is meer dan één middel nodig om te kunnen genezen, maar deze middelen moeten in de juiste volgorde voorgeschreven worden. Verschillende middelen lukraak voorschrijven, zelfs al zitten de juiste middelen er tussen, zal niet resulteren in een echte genezing. Deze regel is bijna altijd toe te passen bij ernstige chronische situaties. ‘Het leidende principe’ bij dergelijke casussen is dat het eerste middel die kenmerken/de totaliteit moet vertegenwoordigen die het meest op de voorgrond treden op dat moment. Als er een duidelijke oorzaak is die ook in relatie staat met andere kenmerken van de casus, dan zal dit de keuze van het middel sterk beïnvloeden. Na deze behandeling ontwikkelde het kind acute ziekten die pasten bij Kali sulph, een middel dat complementair is aan Pulsatilla.

Referenties:

  • International Academy for Classical Homeopathy, Alonissos 37005, Griekenland
  • Correspondentie: G Vithoulkas, International Academy for Classical Homeopathy, Alonissos 37005, Griekenland. Email: vithoulkasalon@hotmail.com