Introductie
Een belangrijk aspect bij een homeopathische behandeling is het gebruik van gepotentieerde middelen, of ‘homeopathische middelen’ zoals deze middelen vaak genoemd worden. Het productieproces van deze middelen is tot stand gekomen doordat de grondlegger van de homeopathie middelen wilde maken die veilig zijn. Potentiëren, oftewel bereiden van homeopathisch middelen, vindt plaats aan de hand van duidelijk omschreven verhoudingen van verdunnen én schudden maar ook strenge kwaliteitsnormen.
Naast de handmatige productie van gepotentieerde middelen werden er op den duur ook machines ontwikkeld die dit proces faciliteerden. Helaas zijn er ook machines en methoden ontwikkeld die zeker niet voldoen aan de strenge eisen voor het produceren van gepotentieerde middelen.
Simon Nicolaievitch von Korsakoff moet ook specifiek benoemd worden, omdat hij een methode bedacht die ervoor zorgde dat het opslaan en versturen van middelen eenvoudiger en beter ging. En die ervoor zorgde dat de productie van middelen goedkoper en efficiënter kon.
Oorsprong van het bereiden van homeopathische middelen
De manier van bereiden van middelen die door homeopaten worden gebruikt kan men het beste uitleggen aan de hand van de geschiedenis. Hahnemann, de grondlegger van de homeopathie, besefte dat veelgebruikte medische handelingen in zijn tijd het genezingsproces niet bevorderden. Voorbeelden hiervan zijn aderlatingen, kwik-kuren en darmspoelingen. Vanwege dit inzicht stopte hij in 1784 met zijn werk als arts en ging boeken vertalen. Een bijzondere beslissing die veel zegt over het karakter van Hahnemann. Hij had namelijk een groot gezin dat hij moest onderhouden en als arts werd hij beter betaald dan als vertaler.
In het kader van dit artikel is het belangrijk om te benoemen dat Hahnemann geen vertaler was zoals we dat nu kennen. Hij voegde regelmatig kritische opmerkingen toe aan zijn vertalingen en corrigeerde ook punten die volgens hem niet klopten in het origineel. Zo vertaalde hij in 1790 een boek van William Cullen. Tijdens een vertaling van de Materia Medica van William Cullen las hij dat kinine werd gebruikt bij de behandeling van malaria. In dat boek werd beschreven dat kinine effect had, omdat het bitter smaakte. Hahnemann was niet tevreden over deze verklaring omdat andere bittere stoffen niet hielpen bij malaria. Hahnemann besloot vervolgens kinine op zichzelf te testen. Onverwachts ontstonden bij hem precies de symptomen die leken op die van malaria, zoals periodieke koortsaanvallen. Hij vroeg zich af of hier een verband aanwezig was: zou een medicijn dat bij een gezond persoon bepaalde verschijnselen veroorzaakte, die ziekteverschijnselen kunnen genezen bij een ziek persoon? Door zijn kritische aard kwam Hahnemann daardoor op het idee van het simillimum principe.
Om het effect van middelen te gaan bepalen moest hij die middelen gaan testen op mensen dat noem je een geneesmiddelproef. In het kort dient een geneesmiddelproef om erachter te komen welke combinaties van symptomen je kunt genezen met een bepaald middel. Dat doe je door het betreffende middel te geven aan mensen die deelnemen aan zo’n proef. Hahnemann richtte zich daarbij vooral op de medicijnen die in die tijd veelvuldig werden voorgeschreven. Daarbij was echter een probleem: die waren in de gegeven dosissen giftig en veroorzaakten veel bijwerkingen.
Dat wilde hij natuurlijk zien te voorkomen en daarom verdunde Hahnemann de middelen. In eerste instantie is dat relatief eenvoudig, je neemt de helft van een bepaalde hoeveelheid van de stof en kijkt wat voor effect dat heeft. Maar dan nog was de stof die hij wilde onderzoeken giftig of had vervelende bijwerkingen. Hahnemann besloot steeds verder te gaan met het verkleinen van de dosis van de middelen die hij wilde testen. Op een gegeven moment werd dat echter lastig omdat de hoeveelheden al best klein waren. Als scheikundige wist Hahnemann dat het verkleinen van de dosis het beste gedaan kan worden door: de stof op te lossen in een oplosmiddel. Zo is het eenvoudiger, maar vooral exacter om een bepaalde dosis van een grondstof te verkleinen.
Hahnemann schudde zijn oplossingen om het proces van oplossen te versnellen. Veel mensen kennen dit idee wel als je bijvoorbeeld melk of suiker in thee of koffie wilt doen. Je zou kunnen wachten tot de melk of suiker vanzelf goed door de drank verdeeld is, maar door te roeren wordt het vermengen versneld.
Hahnemann was behalve kritisch ook precies. Dit blijkt uit het feit dat hij het hele proces van verdunnen en schudden nauwgezet vastlegde zodat het achteraf mogelijk was om een middel precies na te maken. Hij wist vooraf niet of een bepaald aspect van het bereiden van een middel invloed had, maar door al zijn handelingen bij het bereiden van de middelen precies te beschrijven, konden anderen (ook na zijn dood) de middelen precies namaken zoals hij dat deed.
Er is nog een eigenschap van Hahnemann die belangrijk is geweest in deze context, namelijk dat hij onbevooroordeeld afging op wat hij waarnam in plaats van zich vooraf te laten beïnvloeden door de theoretische inzichten van die tijd. Op basis van zijn onbevooroordeelde waarnemingen en proeven kwam Hahnemann tot de conclusie dat geneesmiddelen zover verdund kunnen worden dat er geen molecuul van de oorspronkelijke stof meer aanwezig is, terwijl de geneeskracht bewaard blijft of zelfs versterkt wordt. Hij liet zich daarbij leiden door wat hij in de praktijk zag gebeuren in plaats van een theorie. Via zijn experimenten ontdekte Hahnemann dat door de combinatie van schudden en verdunnen een bepaalde werking van een middel wordt vrijgemaakt en aanwezig blijft in het oplosmiddel.
Zo zie je dat de specifieke bereidingswijze van middelen niet uit de lucht is komen vallen, of gebaseerd is op een bepaalde theorie. De bereidingswijze is een logisch gevolg van het streven van Hahnemann om een praktisch probleem op te lossen.
Het begrip potentie
Het proces van verdunnen én schudden noemen we binnen de klassieke homeopathie potentiëren. De mate van verdunnen en schudden wordt exact vastgelegd en dient om het middel zo nauwkeurig mogelijk na te maken. Er zijn verschillende verhoudingen van verdunnen en schudden. Deze verhoudingen worden aangeduid met een letter zoals C, D (of X), Q (of lm). Het gaat waarschijnlijk te ver om de details van het bereiden van de middelen te bespreken, maar in grote lijnen gaat het als volgt:
1. De grondstof van het middel dat gemaakt gaat worden, wordt verzameld en gecontroleerd op zuiverheid en kwaliteit.
a. Een middel dat oplosbaar is, wordt gedurende een bepaalde tijd in alcohol gedaan om een zogenaamde tinctuur te maken.
b. Een middel dat net oplosbaar is, wordt getritureerd. Tritureren wil zeggen dat het met melksuiker verwreven wordt in een vijzel. De verhoudingen tussen stof en melksuiker liggen vast en dit proces wordt enkele keren herhaald. Totdat het resultaat oplosbaar is.
2. De stof wordt opgelost in een vloeistof met een vaste verhouding. Voor D potenties is dat 1:10, C of K potenties is dat 1:100 en Q (lm) potenties is dat 1:50.000 (deze verdunning voor een Q potentie is niet helemaal correct, maar voor het doel van dit artikel gaan we hier voor het gemak van uit).
3. Vervolgens wordt deze oplossing een vast aantal keren geschud. Het resultaat is stap 1.
4. Van het product van deze stap wordt een hoeveelheid gemengd met het oplosmiddel volgens de vaste verhouding die in punt drie beschreven staat. Vervolgens wordt het weer geschud en zo voorts.
Een 6D potentie bestaat dus uit zes stappen waarbij tijdens elke stap 1:10 verdund wordt en 10x geschud wordt.
Dit is een versimpeld overzicht van de verschillende potenties:
De middelen worden dus niet in een ‘sterkte’ gemaakt, maar in verschillende sterkten (potenties). Om het handig te maken zijn er vaste potenties verkrijgbaar. Deze kan de homeopaat bij de fabrikant of apotheek bestellen. Deze stappen worden aangeduid met (gedeeltelijk) Romeinse cijfers. Een potentie die 30 keer gepotentieerd is volgens de verhoudingen van K (zie bovenstaande tabel) wordt dus aangeduid als 30K. Maar als hetzelfde middel in 1000 stappen is bereid dan noteren we dit als MK. Vanwege de kosten zijn potenties boven de 200K bijna altijd bereid volgens de K (Korsakoff) methode.
Geschiedenis van het bereiden van gepotentieerde middelen
Hahnemann maakte de middelen in zijn tijd met de hand. Hij beschreef uitgebreid en zeer gedetailleerd hoe hij de middelen maakte. De beschrijvingen waren zo gedetailleerd dat hij zelfs beschreef dat hij bij het produceren van middelen een groot met leer gebonden boek gebruikte bij het schudden. Hierop sloeg hij met het flesje dat hij gebruikte om de middelen te potentiëren.
Bekend was op een gegeven moment de homeopaat Jenichen (178-1849) die als smid gewend was om lichamelijk zwaar werk te verrichten. Hij specialiseerde zich in handgemaakte gepotentieerde middelen waarbij hij veel kracht gebruikte.
Later zijn machines ontwikkeld om het proces te versnellen en om minder afhankelijk te zijn van noeste arbeid door mensen. Zo kocht Carroll Dunham (1828-1877) een molen en bouwde die om tot een machine voor het schudden van de flesjes.
Tegenwoordig gebruiken moderne fabrikanten gepotentieerde middelen machines die het gehele proces automatiseren. Dat maakt de middelen goedkoper en de kans op fouten kleiner waardoor de kwaliteit constant is.
Helaas zijn er ook machines op de markt die pretenderen om een homeopathisch middel te maken zonder dat er gebruik wordt gemaakt van de combinatie schudden en verdunnen. Denk daarbij aan een bioresonantie machine, RM radionic potentieer machine, Dynamus RM, Bicom 2000 en soortgelijke machines. Deze machines kunnen echter geen gepotentieerde middelen maken omdat daarvoor minimaal een grondstof nodig is en een combinatie van verdunnen en schudden. Aangezien het nog niet duidelijk is hoe homeopathische middelen werken is het dus ook niet mogelijk om machines te bouwen die geen gebruik maken van een grondstof of het proces van schudden en verdunnen.
Daarnaast willen we ook opmerken dat er soms homeopaten zijn die een middel pretenderen te maken door de naam van het middel op een papiertje te schrijven en dan daar een glas op te zetten. Het spreekt voor zich dat dit een onzinnige methode is die niets te maken heeft met het maken van homeopathische middelen. We raden iedereen aan om zich niet te laten behandelen door homeopaten die op deze manier werken.
Semyon Nikolayevich Korsakov
Semyon Nikolayevich Korsakov (1788-1853) heeft enkele ontwikkelingen gerealiseerd die belangrijk waren op het gebied van het bereiden van gepotentieerde middelen. Ten eerste kwam hij op het idee om één fles in plaats van meerdere flessen te gebruiken bij het bereiden van middelen. Hahnemann maakte middelen door iedere verdunning over te brengen van het ene flesje naar een volgend nieuw flesje. Voor het maken van een 24C potentie waren bijvoorbeeld 24 flesjes nodig. Dat was duur en arbeidsintensief, onder andere omdat de flesjes ook weer grondig schoongemaakt moesten worden.
Korsakov loste dat op door de vloeistof niet over te brengen naar een nieuwe fles, maar door de overbodige vloeistof uit het flesje te laten lopen en daarna het flesje weer te vullen. Het idee is dat er een vaste hoeveelheid vloeistof in het flesje achter blijft (afhankelijk van het formaat van het flesje). Als je dat volume weet, dan weet je ook hoeveel je aan de fles moet toevoegen om een bepaalde verdunning te realiseren. Het voordeel was dat voor het gehele proces maar één flesje nodig was. De methode van Korsakov wordt aangeduid met de letter K. Dat wil dus zeggen dat een 24C gemaakt werd met 24 flesjes, terwijl een 24K gemaakt wordt met behulp van één flesje. De potentie is hetzelfde, maar de bereiding wijkt een beetje af.
Ten tweede bedacht Korsakov een methode waarbij de vloeistof op suikerbolletjes werd gedruppeld zodat de vloeistof in deze korrels trekt. Ook dat was een praktische vooruitgang. Voor de uitvinding van Korsakov moesten vloeistoffen worden bewaard en soms opgestuurd. Vooral tijdens transport was dit lastig. In de beginfase van de homeopathie ging het transport vaak met behulp van paard-en-wagen waardoor de vloeistoffen geschud werden. Dat zou in theorie kunnen leiden tot een verandering van potentie. Door de middelen in suikerbolletjes te laten trekken was het middel minder gevoelig voor schudden en goedkoper en makkelijker in beheer en transport. De melksuiker bolletjes zijn dus besprenkeld met de gepotentieerde oplossing.
Eisen met betrekking tot het maken van gepotentieerde middelen
Er zijn enkele eisen die gesteld worden aan het bereiden van middelen. We zullen de hoofdpunten hieronder toelichten.
Uiteraard moet een middel schoon zijn. Niet alleen vanwege hygiënisch perspectief, maar ook omdat kleine verontreinigingen kunnen leiden tot een net iets ander middel. Als een plant wordt gebruikt als basis voor een middel, dan is het voorbeeld belangrijk dat er geen andere planten, modder of insecten bij de plant zitten, omdat daardoor het middel een klein beetje kan veranderen.
Bij het bereiden van middelen worden altijd dezelfde delen gebruikt. Als in het geval van een specifieke plant bijvoorbeeld de eerste keer alleen de wortels worden gebruikt, dan worden de volgende keren ook alleen de wortels van deze plant gebruikt bij het maken van een middel. Daarnaast wordt in zeldzame gevallen beschreven dat bepaalde grondstoffen alleen verzameld moeten worden in een bepaald seizoen of bij volle maan. Misschien deed men dat van oorsprong met bepaalde ideeën in het achterhoofd, maar inmiddels is het ook een kwestie van nauwkeurig middelen samenstellen. Planten kunnen in de loop van het jaar veranderen. Op bepaalde momenten hebben ze bijvoorbeeld meer of minder plantensappen, of meer of minder bladeren, enzovoorts. Om te voorkomen dat dergelijke invloeden een rol kunnen spelen, houdt men zich tegenwoordig nog aan dezelfde instructies als bij de eerste bereiding van het middel.
Het idee van consequent zijn wordt ook doorgezet in de productiemethode. Wanneer een grondstof eerst een bepaalde behandeling heeft ondergaan (bijvoorbeeld bladeren moeten eerst gekneusd worden of een bepaalde substantie verhit) dan is het belangrijk dat deze stappen ook volledig doorlopen worden bij het bereiden van nieuwe middelen. Ook eventuele specifieke instructies voor het bereiden van middelen worden al sinds het begin van homeopathie hetzelfde gehouden om ervoor te zorgen dat de middelen precies hetzelfde zijn. Dat is belangrijk omdat de beschrijving van de middelen (materia medica) hetzelfde moet blijven.
Het probleem met het begrip ‘homeopathische middelen’
Het is gebruikelijk om het begrip ‘homeopathische middelen’ te gebruiken als verwezen wordt naar middelen die een homeopaat voorschrijft aan patiënten. Je ziet deze term in winkels, op websites, in tijdschriften en de meeste homeopaten gebruiken het ook. Echter, strikt genomen klopt het niet en we zullen ook toelichten waarom niet.
Het woord homeopathie bestaat uit de begrippen ‘homeo’ en ‘pathos’. ‘Homeo’ betekent ‘gelijk’ en ‘pathos’ betekent ziekte. Het begrip homeopathie heeft te maken met genezen met middelen die in een gezonde persoon gelijke symptomen opwekt als die bestaan in de persoon die ziek is en je probeert te genezen.
Een homeopathisch middel is dus een eigenlijk een middel dat bij een specifieke zieke patiënt hoort. Het is afgestemd op een individuele patiënt. Voor elke patiënt is er dus een ander middel nodig, afhankelijk van de totaliteit van symptomen die de betreffende patiënt vertoont. Strikt genomen kun je dus in het algemeen niet spreken van homeopathische middelen omdat zonder de symptomen te weten niet duidelijk is of een middel wel of niet homeopathisch is voor de betreffende patiënt.
Daarom is het misschien preciezer om te spreken van gepotentieerde middelen in plaats van homeopathische middelen. Maar omdat de term homeopathische middelen al behoorlijk ingeburgerd is, is het niet praktisch om dit woord anders te gaan gebruiken. Maar hopelijk is het na het lezen van dit artikel duidelijk wat er precies mee bedoeld wordt.
Homeopathische middelen en de opleiding tot klassiek homeopaat
Tijdens de opleiding leer je uitgebreid hoe middelen gemaakt worden en aan welke eisen ze moeten voldoen. Het is belangrijk dat je weet met welk gereedschap je werkt. Maar we leren je niet hoe je zelf gepotentieerde middelen moet maken, omdat je dat beter aan gespecialiseerde bedrijven over kunt laten. Het maken van een gepotentieerd middel is arbeidsintensief, je hebt dure machines nodig en het gaat gepaard met een nauwkeurig productieproces. Omdat het veel handiger en praktischer is om middelen in te kopen bij betrouwbare producenten van deze middelen besteden we de tijd liever aan zaken die je rechtstreeks nodig hebt om je vak uit te oefenen.
Wat we ook doen is uitleggen welke manieren van het bereiden van homeopathische middelen niet geschikt zijn en je feitelijk zou moeten vermijden, omdat het de kwaliteit van je behandeling in de weg staat.
We geven je uiteraard ook adviezen hoe je makkelijk een efficiënt om kunt gaan met je middelen voorraad.
Gebruikte bronnen:
- Richard Haehl – Life and works of Samuel Hahnemann.
- George Vithoulkas – Science of Homeopathy