Wat is het begrip ‘totaliteit’ volgens de klassieke homeopathie?

Introductie

Totaliteit is een begrip dat kenmerkend is voor de klassieke homeopathie. Het begrip houdt in dat we niet kijken naar de symptomen die behoren tot een bepaalde diagnose of kwaal maar naar de symptomen van de gehele patiënt. Het zijn overigens niet letterlijk alle symptomen die gebruikt worden voor het vinden van het passende middel maar vooral de symptomen die karakteristiek zijn voor de individuele patiënt. Daarbij gebruiken we vooral de karakteristieke symptomen van de patiënt. Karakteristieke symptomen bestaan uit PQRS, intens en causale symptomen. De rest zijn niet-karakteristieke symptomen. Op basis van deze karakteristieke symptomen kiezen we een gepotentieerd middel dat het beste past bij de individuele patiënt. Dat noemen we het simillimum.

Symptomen van de gehele patiënt

In principe is het zo dat een klassiek homeopaat de symptomen van de patiënt in zijn geheel gebruikt en niet alleen de symptomen die horen bij een specifieke kwaal of diagnose. Samuel Hahnemann beschrijft in paragraaf 18 van de Organon hierover het volgende:

“Buiten de totaliteit van de symptomen – dat is een waarheid die niet te betwijfelen valt – rekening houdend met bijkomende omstandigheden (zie § 5) – is er aan ziekten niets te ontdekken, waardoor ze therapeutische aanwijzingen zouden kunnen verschaffen. Het valt dus niet te ontkennen dat de totaliteit van alle symptomen en omstandigheden, waargenomen bij ieder apart ziektegeval, de enige indicatie moet zijn, die zou kunnen leiden naar een geneesmiddelkeuze.”

Met ander woorden, bij het selecteren van een passend homeopathisch middel kijken we vooral naar de symptomen van de individuele patiënt in plaats van alleen die symptomen die betrekking hebben op een bepaalde diagnose of ziekte.

Selectie van symptomen om een homeopathisch middel te bepalen

Zou een klassiek homeopaat alle symptomen gebruiken, dan wordt het nagenoeg onmogelijk om een passend middel te vinden. Dus heeft Hahnemann het een en ander genuanceerd. Bij het zoeken naar het passende middel gebruiken we niet alle symptomen van de patiënt. We gebruiken vooral de symptomen die karakteristiek zijn voor de individuele patiënt. Samuel Hahnemann beschreef dit idee in paragraaf 153 van de Organon als volgt:

Bij het opzoeken van een homeopathisch specifiek geneesmiddel moet men de totaliteit der verschijnselen van de natuurlijke ziekte, ter vergelijking, leggen naast de symptoomreeksen van de beschikbare medicamenten leggen, om daaruit een artificieel ziekte-agens te kiezen, dat in gelijkenis overeenkomt met de te genezen kwaal. Hierbij moet men vooral, en bijna uitsluitend, oog hebben voor de meer opvallende, merkwaardige, ongewone en typerende (karakteristieke) verschijnselen en symptomen van het ziektegeval. Want vooral die moeten precies overeenkomen met symptomen uit het gezochte geneesmiddelbeeld, wil dat middel voor de genezing het best passende zijn.

Hahnemann schreef altijd erg precies maar daardoor ook helaas wat omslachtig. Het bovenstaande citaat is een Nederlandse vertaling van de oorspronkelijke Duitse tekst uit de 19e eeuw. Hij schrijft hier kort gezegd dat we vooral de karakteristieke symptomen van de natuurlijke ziekte moeten gebruiken om te zoeken naar een passend middel.

Hij gebruikt in het Duits het begrip ‘Inbegriff’. Het woord ‘Inbegriff’ betekent eigenlijk het belangrijkste, de personificatie, of de belichaming. Dit woord wordt meestal vertaald als ‘totaliteit’ in het Nederlands. Door deze vertaling ontstaat het misverstand dat alle symptomen gebruikt moeten worden om het passende middel te vinden. Dat is echter niet het geval. Een klassiek homeopaat let vooral op de karakteristieke symptomen die typerend zijn voor de individuele patiënt.

In het kort kunnen we symptomen dus verdelen in de volgende categorieën:

Karakteristiek: PQRS

De term PQRS staat voor ‘peculiar, queer, rare, strange’ oftewel ‘onderscheidend, afwijkend, zeldzaam, raar’. Het duidt de symptomen aan die zeker niet te verklaren zijn uit de context. Daardoor zijn dit symptomen die indicatief zijn voor de betreffende patiënt. Bijvoorbeeld: iemand heeft altijd hoofdpijn bij de rechterslaap (en nooit de linkerslaap) of iemand heeft een koortspiek steeds rond 21:00 uur. Later in een ander artikel gaan we hier dieper op in.

Karakteristiek: intens

Intense symptomen zijn bijzonder omdat ze buiten proporties zijn. Het zijn symptomen die op zichzelf wel te verklaren zijn, maar de reactie is buiten proportie vergeleken met wat je verwacht in de betreffende situatie. Bijvoorbeeld: hoofdpijn kan ontstaan omdat je te lang blootgesteld bent aan de hete zon. Echter, als je na een relatief kortdurende blootstelling aan de zon al een fikse hoofdpijn krijgt dan is dit verklaarbaar, maar de reactie is wel buiten proportie in vergelijking met wat je zou verwachten. Later in een ander artikel gaan we hier dieper op in.

Karakteristiek: causaal

Als laatste zijn causale symptomen ook bijzondere symptomen. Het karakteristieke of bijzondere is dat er nog geen herstel is na een bepaalde ervaring of situatie die zich in het verleden heeft voorgedaan, terwijl je zou mogen verwachten dat er inmiddels wel herstel is opgetreden. Een voorbeeld hiervan is iemand die een jaar geleden een auto-ongeluk heeft gehad en sindsdien hoofdpijn heeft, terwijl er structureel niets mis is met het lichaam. In dat geval zou je kunnen verwachten dat het lichaam van het ongeluk genezen zou moeten zijn, maar dat is blijkbaar niet gebeurd. Later in een ander artikel gaan we hier dieper op in.

Niet-karakteristiek

Alle andere symptomen vallen in deze categorie. Het zijn met andere woorden niet-karakteristieke, niet-onderscheidende of gewone symptomen. Deze symptomen zijn in eerste instantie niet geschikt om voor een individuele patiënt een passend middel te vinden. Het zijn verklaarbare, proportionele en niet-causale symptomen.

Symptomen versus diagnose in de klassieke homeopathie

Klik om te vergroten

Om een passend middel te kunnen kiezen voor een patiënt gebruiken we de symptomen die de betreffende patiënt vertoont. In het kort zijn symptomen uitingen van de natuurlijke ziekte.

We gaan er namelijk van uit dat iemand niet ziek is op het niveau van cellen of organen, maar in zijn geheel. Dit interessante idee hebben we proberen uit te leggen in het artikel Wat is ziekte volgens klassieke homeopathie. Het bijzondere van klassieke homeopathie is dat we dus één passend middel per patiënt voorschrijven en niet een middel per diagnose of ziekte. Dit passende gepotentieerde middel noemen we het similimum.

We gebruiken binnen de klassieke homeopathie, in tegenstelling tot de reguliere geneeskunde, dus niet de diagnose of een naam van een ziekte, maar de symptomen waar de patiënt last van heeft. Daar waar in de reguliere geneeskunde gezocht wordt naar een diagnose om daar de therapie op af te stemmen gebruiken we de symptomen om een middel te vinden dat in het verleden bij iemand met een combinatie van soortgelijke symptomen ervoor zorgde dat deze symptomen weg gingen. Diagnose heeft in de reguliere geneeskunde een andere betekenis dan binnen de klassieke homeopathie. In de reguliere geneeskunde is de diagnose een naam van een ziekte die vaak betrekking heeft op problematisch functionerende cellen, een orgaan of systeem. In de klassieke homeopathie is de diagnose het middel dat het beste past bij de symptomen van de patiënt. De behandeling is vanuit het perspectief van de klassieke homeopathie dus gericht op de patiënt als geheel en niet op een specifieke ziekte of orgaan of het orgaansysteem. Het voorschrijven van gepotentieerde middelen op basis van een medische diagnose wordt ook wel klinische homeopathie genoemd. Deze methodiek staat eigenlijk haaks op basisprincipes van de klassieke homeopathie en om die reden is het niet iets waar we als opleiding achter staan.

Het begrip totaliteit en de opleiding tot klassiek homeopaat

Op papier is het begrip totaliteit en het zoeken naar juiste symptomen vrij eenvoudig te begrijpen, maar de praktijk is vaak lastiger. Er zijn bijvoorbeeld grijze gebieden, of de situatie wordt gecompliceerd doordat patiënten medicijnen gebruiken of in bepaalde omstandigheden zitten waardoor het bepalen van de karakteristieke symptomen (dus de totaliteit) niet altijd eenvoudig is. Zelfs veel homeopaten die al lang een praktijk hebben, hebben soms moeite om dit concept in de praktijk toe te passen. Bij nascholingen en zelfs bij sommige opleidingen wordt er tegenwoordig maar weinig aandacht besteed aan dit belangrijke onderdeel van de homeopathie.

Op onze opleiding leer je heel praktisch en uitgebreid om het concept van totaliteit toe te passen op vele casussen. Gedurende de opleiding geven we je veel tips en hulpmiddelen om de totaliteit te bepalen. We proberen je praktische handvatten te geven, aan het begin van de opleiding via veel papercases, en later ook tijdens de videocasussen en stage zodat dit uiteindelijk een tweede natuur wordt. Het bestuderen en bepalen van de totaliteit om zo met grote mate van zekerheid het passende middel te kunnen vinden, wordt zo door actief bezig te zijn relatief eenvoudig.

Gebruikte bronnen:

  • Hahnemann, S. (2004). Organon of Medicine (W. Boericke, Trans.; 6th ed.). B. Jain Publishers (P.) Ltd.